Schotel

Anoniem

Objectinformatie

Schotel

A 3619 (KN&V)
Kunstnijverheid
Museum Boijmans Van Beuningen

Reconstructie van de herkomstgeschiedenis

? <> 1939-06-07/08
: Dr. Alfred Pringsheim (collectie), München
:
: Inventaris museum; vlg.cat. Sotheby's Londen 7-8 juni 1939, nrs. 13, 29, 42, 110, 125, 165, 188

1939-06-07/08
: Sotheby’s (veiling), Londen
:
: Inventaris museum; vlg.cat. Sotheby's Londen 7-8 juni 1939, nrs. 13, 29, 42, 110, 125, 165, 188

1939-06-07/08 <> 1941-11-13
: Jaap Bastert en Iet van Schaardenburg (collectie), Loenen aan de Vecht (aankoop veiling Sotheby’s Londen via Hein Hamer)
:
: Inventaris museum

1941-11-13 <> 1948
: Stichting Administratiefonds Rotterdam
:
: Inventaris museum

1948 <> heden
: Museum Boijmans Van Beuningen (aankoop van de collectie door de gemeente Rotterdam)
:
: Stadsarchief Rotterdam, inv. 181.546

Huidige restitutiestatus

Geen verzoek

Onderzoeksbevindingen

Deze schotel behoorde tot de collectie van het joodse echtpaar Alfred en Hedwig Pringsheim die in 1939 geveild werd. De opbrengst van de veiling maakte voor het echtpaar een vlucht naar Zwitserland mogelijk.

Sinds 1942 bevinden zich in het museum (eerst als bruikleen in 1942, later als bezit in 1948) zeven stukken majolica uit de voormalige collectie Pringsheim. De Duitse joden Alfred en Hedwig Pringsheim zagen zich in 1939 genoodzaakt om het deel van hun collectie dat nog niet in beslag was genomen door de Gestapo te veilen. Een restant van de opbrengst gebruikten zij om te vluchten naar Zürich, Zwitserland. De stukken majolica belandden via de veilingen in Londen in de collectie van Jaap Bastert en Iet van Schaardenburg, die ze vervolgens weer verkochten aan de Stichting Administratiefonds Rotterdam. De Stichting gaf de stukken in bruikleen aan het Museum Boijmans Van Beuningen en verkocht ze in 1948 aan de gemeente Rotterdam.