Schotel

Anoniem

Objectinformatie

Schotel

A 3638 (KN&V)
Kunstnijverheid
Museum Boijmans Van Beuningen

Reconstructie van de herkomstgeschiedenis

? <> 1939-06-07/08
: Dr. Alfred Pringsheim (collectie), München
:
: Inventaris museum; vlg.cat. Sotheby's Londen 7-8 juni 1939, nrs. 13, 29, 42, 110, 125, 165, 188

1939-06-07/08
: Sotheby’s (veiling), Londen
:
: Inventaris museum; vlg.cat. Sotheby's Londen 7-8 juni 1939, nrs. 13, 29, 42, 110, 125, 165, 188

1939-06-07/08 <> 1955
: Jaap Bastert en Iet van Schaardenburg (collectie), Loenen aan de Vecht (aankoop veiling Sotheby’s Londen via Hein Hamer)
:
: Inventaris museum

1955 <> heden
: Museum Boijmans Van Beuningen (aankoop met steun van de Stichting Administratiefonds Rotterdam, de Vereniging Rembrandt, de Erasmusstichting en de vader van Iet Bastert-van Schaardenburg)
:

Huidige restitutiestatus

Geen verzoek

Onderzoeksbevindingen

Deze schotel behoorde tot de collectie van het joodse echtpaar Alfred en Hedwig Pringsheim die in 1939 geveild werd. De opbrengst van de veiling maakte voor het echtpaar een vlucht naar Zwitserland mogelijk.

Sinds 1942 bevinden zich in het museum zeven stukken majolica uit de voormalige collectie Pringsheim. Inv.nr. A 3638 (KN&V) werd pas (naar het schijnt) in 1955 door het museum aangekocht uit de collectie Bastert-Van Schaardenburg. De overige stukken werden in 1942 in langdurig bruikleen gegeven en in 1948 aangekocht. Het joods Duitse echtpaar Alfred en Hedwig Pringsheim zag zich in 1939 genoodzaakt om het deel van hun collectie dat nog niet in beslag was genomen door de Gestapo te veilen. Een restant van de opbrengst gebruikte het echtpaar om te vluchten naar Zürich, Zwitserland. De stukken majolica belandden via de veilingen in Londen in de collectie van Jaap Bastert en Iet van Schaardenburg, die ze vervolgens weer verkochten aan de Stichting Museum Boijmans Van Beuningen.