Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen geen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgeschiedenis van deze gouache is sluitend voor de periode 1933-1945. Deze gouache was al sinds het einde van 19e eeuw in bezit van de familie Bentinck. Door overerving is deze Gouache in 1912 in bezit gekomen van F.G.U.W. graaf van Aldenburg Bentinck uit Goor. Na het overlijden van F.G.U.W. graaf van Aldenberg Bentinck werd dit schilderij op 21 januari 1943 via de kunsthandelaar A. Nijstad uit Lochem, door bemiddeling van de restorator H. Schuuring uit Den Haag verkocht aan E. Göpel, inkoper van het beoogde Führermuseum in Linz. Mogelijk was ook de kunsthandelaar. De restitutiecommissie heeft geen aanwijzingen gevonden dat deze transactie onvrijwillig was.