Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomst van dit schilderij is niet sluitend. Het schilderij is in 1936 geveild bij M. van Waay in Amsterdam uit de collectie van kunstenaar A. van Welie te Den Haag. Het schilderij was in 1937 in bezit van kunsthandel N. Cevat. Het is niet bekend wanneer, van wie, hoe of onder welke omstandigheden kunsthandel N. Cevat het schilderij heeft verworven. In 1940 was het schilderij in bezit van Kunsthandel Gans uit Den Haag. Het is niet bekend wanneer, van wie, hoe of onder welke omstandigheden Kunsthandel Gans het schilderij heeft verworven. Het schilderij was in 1940 in bezit van kunsthandel P. de Boer. Het is niet bekend wanneer, van wie, hoe of onder welke omstandigheden kunsthandel P. de Boer het schilderij heeft verworven. Op 14-09-1940 heeft kunsthandel P. de Boer het schilderij verkocht aan kunsthandel Goudstikker/Miedl. Vervolgens heeft kunsthandel Goudstikker/Miedel het schilderij verkocht op 15-10-1940 aan E. Gritzbach te Berlijn voor H. Göring.