The provenance research into the period 1933-1945 has not revealed any indications suggesting possible involuntary loss of ownership.
De herkomst van dit schilderij is niet sluitend. Het is niet bekend van wie, wanneer, hoe of onder welke omstandigheden de kunsthandel J. Goudstikker het schilderij heeft verworven. Vermoedelijk is het schilderij op of na 13 juli 1940 verworven van de kunsthandel J. Goudstikker uit Amsterdam door de kunsthandel Goudstikker/Miedl uit Amsterdam. Op 1 augustus 1952 is er een schikking getroffen tussen de rechtsopvolgers van de kunsthandel J. Goudstikker en het Nederlands Beheersinstituut, waarbij de eerstgenoemden afstand deden van "alle rechten die zij tegen wie ook zou kunnen doen gelden, inzake schilderijen en kunstvoorwerpen en aandelen in schilderijen en kunstvoorwerpen die tussen mei 1940 en mei 1945 door Goudstikker N.V. aan Miedl N.V. zijn geleverd, ongeacht of deze inmiddels uit het buitenland zijn gerecupereerd of zich in het buitenland bevinden. Ook doet partij Goudstikker afstand van de opbrengsten die in geval van verkoop daarvoor in de plaats zijn gekomen." In verband met deze akte van dading heeft de Restitutiecommmissie geoordeeld dat er geen grond is voor teruggave. [nl]