Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen geen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgegevens zijn vrijwel sluitend. Het schilderij is in december 1933 op een veiling bij Christie's en vanaf november 1934 bij kunsthandel Katz, Dieren. De Restitutiecommissie heeft de transacties met Posse onderzocht en geen aanwijzing heeft gevonden dat deze onvrijwillig zouden zijn.