Stilleven met vruchten, bloemen (roos, gestreepte tulp) en twee vogels: een Blauwgele ara en een Geelvleugelara. De verzameling vruchten bestaat o.a. uit kweeperen, pompoenen, meloenen, appels, druiven, pruimen, perziken en rode kersen. Ook zijn er twee rupsen, een groene hagedis, een vlinder en een libelle te zien.
: Archief kunsthandel P. de Boer; O. ter Kuile, Seventeenth-century North Netherlandish Still Lifes, Amsterdam, 1985, p.90
: J.Q. van Regteren Altena vertegenwoordigde deze vereniging.
|
: Boer, P. de
: kunsthandel
: Amsterdam
: ICN inventariskaart; Archief SNK nr.181, 436, 866; Archief kunsthandel P. de Boer; Bundesarchiv B323 nr.574; O. ter Kuile, Seventeenth-century North Netherlandish Still Lifes, Amsterdam, 1985, p.90
: Cate, H.E. ten
: collectie
: Almelo
: Archief kunsthandel P. de Boer; O. ter Kuile, Seventeenth-century North Netherlandish Still Lifes, Amsterdam, 1985, p.90
|
: Dik jr., J.
: kunsthandel
: Amsterdam
: ICN inventariskaart; Archief SNK nr.181, 243, 436, 715, 866; Archief kunsthandel P. de Boer; Bundesarchiv B323 nr.574; O. ter Kuile, Seventeenth-century North Netherlandish Still Lifes, Amsterdam, 1985, p.90; CABR 76957
: Dit schilderij was tot minstens 4 mei 1944 in het bezit van Jan Dik jr. en J. Agema-Velthuysen. Zij traden op als agenten voor H. Herbst.
|
: Agema-Velthuysen, J.
: Amsterdam
: CABR 76957
: Dit schilderij was tot minstens 4 mei 1944 in het bezit van Jan Dik jr. en J. Agema-Velthuysen. Zij traden op als agenten voor H. Herbst.
: Herbst, H.
: Wenen
: ICN inventariskaart; Archief SNK nr.181, 228, 243, 436, 715, 866; Archief kunsthandel P. de Boer
Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgeschiedenis van dit schilderij is niet sluitend. Het is onbekend waar, wanneer, van wie en onder welke omstandigheden de Amsterdamse vereniging Quellinus dit schilderij heeft verworven. Het schilderij werd in 1940 aangekocht door kunsthandel P. de Boer uit Amsterdam, die het in 1941 verkocht aan H.E. ten Cate uit Almelo. Op een onbekend moment voor of tijdens 1943 kwam het schilderij in bezit van de kunsthandelaar J. Dik Jr. en J. Agema-Velthuysen. Zij traden op als agenten/ inkopers van H. Herbst uit Wenen. Herbst was een medewerker van veilinghuis Dorotheum in Wenen en inkoper voor Hitler's beoogde Führermuseum in Linz. Via Herbst kwam het schilderij in de collectie van het beoogde Führermuseum terecht.