Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen geen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgegevens van dit schilderij zijn sluitend binnen de relevante periode. De kunsthandel Katz uit Dieren verworf dit schilderij op 1-8-1939 van de kunsthandel Duits uit Londen/ New York die het sinds 1922 in bezit had. Kunsthandel Katz verkocht het vervolgens aan kunsthandel Goudstikker/Miedl in Amsterdam. De Restitutiecommissie heeft de transacties tussen de kunsthandel D. Katz uit Dieren en kunsthandel Goudstikker/Miedl uit Amsterdam onderzocht en geen aanwijzing heeft gevonden dat deze onvrijwillig zouden zijn.