Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen geen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgeschiedenis van dit object is sluitend binnen de periode 1933-1945. De kunsthandel D. Katz uit Dieren kocht dit schilderij op 30 september 1928 van de kunsthandel Douwes. De firma Katz heeft het schilderij sindsdien in bezit gehad en op 22 maart 1941 geruild met Göring voor een schilderij van Hobbema. De Restitutiecommissie heeft bij deze ruil geen aanwijzingen van onvrijwillig bezitsverlies gevonden. De oudere toeschrijving van dit schilderij die het in verband bracht met de verkoop van de firma Katz aan de firma Goudstikker/Miedl in Amsterdam is vermoedelijk onjuist.