Vergulde, houtgestoken ornamentlijst. (1900) Portret van een onbekende man (een jager), ten voeten uit, gezeten aan de rand van een bos. Zijn linkerhand rust op een hond. Links achter hem een zwarte jongen van Afrikaanse afkomst, een bediende, die een haas vasthoudt. Ook zijn naam is niet bekend. Op de voorgrond twee dode vogels en een andere hond. In de verte een heuvellandschap.
: RKD fotodocumentatie; Vlg.cat. Christie's, Londen, 7 december 1934, nr.116
: Bent
:
: RKD fotodocumentatie (fiche Witt Library)
: Onbekend (Nederland) collectie
: collectie
:
: Archief SNK nr.436, 867
: In het archief SNK nr.436, 867 staat vermeld: 'Nederlands Joods bezit'. Het is niet duidelijk of dit verwijst naar kunsthandel K.W. Bachstitz of naar een onbekende andere Joodse eigenaar.
: Bachstitz, K.W.
: kunsthandel
: Den Haag
: RKD fotodocumentatie
: Van Marle & Bignell
: veiling
: Den Haag
: RC 1.78, 6.4.8;
: Mühlmann, Dienststelle
: Den Haag
: Archief SNK nr.436, 867
: Schirach, B. von
: Wenen
: Archief SNK nr.436, 867
: Kunsthistorisches Museum Wien
: museum [en]
: Wenen
: Archief SNK nr.243, 867
: Op de achterzijde van het schilderij staat volgens de 'Witte Kaart' (Archief SNK nr.867) vermeld: Gem Galerie, Wien. Mogelijk wordt hiermee het Kunsthistorisches Museum bedoeld.
Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgegevens zijn niet sluitend. Het is niet bekend van wie, wanneer, hoe of onder welke omstandigheden het object is verworven door Kunsthandel Bachstitz, Den Haag. Het is ook niet bekend wanneer, van wie en onder welke omstandigheden veilinghuis Van Marle en Bignell in Den Haag dit schilder ter veiling hebben ontvangen. De Restitutiecommissie heeft de transacties met Kunsthandel Bachstitz onderzocht. Het is niet duidelijk of de Bachstitz Gallery zelf het schilderij heeft laten verkopen bij Van Marle en Bignell, of dat de Bachstitz Gallery het werk eerder al aan een andere Nederlander had verkocht, die het vervolgens liet verkopen bij Van Marle en Bignell. Het feit dat de Bachstitz Gallery in 1945 geen aangifte heeft gedaan van deze verkoop zou kunnen duiden op het tweede scenario.