Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen geen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies. [nl]
De herkomstgeschiedenis van dit schilderij is sluitend binnen de periode 1933-1945. Het schilderij was in de jaren '30 al in bezit van de kunsthandel J. Goudstikker uit Amsterdam. Na de overname van de Kunsthandel Goudstikker door Alois Miedl is dit schilderij in bezit van Alois Miedl gekomen, die het verkocht heeft aan H.W. Lange te Berlijn. Op 1 augustus 1952 is er een schikking getroffen tussen de rechtsopvolgers van de kunsthandel J. Goudstikker en het Nederlands Beheersinstituut, waarbij de eerstgenoemden afstand deden van "alle rechten die zij tegen wie ook zou kunnen doen gelden, inzake schilderijen en kunstvoorwerpen en aandelen in schilderijen en kunstvoorwerpen die tussen mei 1940 en mei 1945 door Goudstikker N.V. aan Miedl N.V. zijn geleverd, ongeacht of deze inmiddels uit het buitenland zijn gerecupereerd of zich in het buitenland bevinden. Ook doet partij Goudstikker afstand van de opbrengsten die in geval van verkoop daarvoor in de plaats zijn gekomen." In verband met deze akte van dading heeft de Restitutiecommmissie geoordeeld dat er geen grond is voor teruggave. [nl]