Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen geen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
Dit schilderij is afkomstig uit de collectie van H.W.C. Tietje uit Amsterdam. H.W.C. Tietje had een lening bij D. Wolf uit Wassenaar, waarbij dit schilderij als onderpand is ingezet. Het schilderij is door de Verwalter van D. Wolf teruggegeven aan H.W.C. Tietje, die het in 1943 verkocht aan A. Miedl. Er is in 2009 door de Restitutiecommissie onderzoek gedaan naar de bovengenoemde transacties. Er is geen bewijs gevonden van onvrijwillig bezitsverlies.