The provenance research into the period 1933-1945 has not revealed any indications suggesting possible involuntary loss of ownership.
De herkomstgeschiedenis van dit schilderij is sluitend binnen de periode 1933-1945. Het schilderij was vermoedelijk tussen oktober 1927 en 13 juli 1940 deel van de handelsvoorraad van kunsthandel J. Goudstikker uit Amsterdam. Op 13 juli 1940 werd het schilderij overgenomen van kunsthandel J. Goudstikker uit Amsterdam door kunsthandel Goudstikker/Miedl uit Amsterdam. Op 1 augustus 1952 is er een schikking getroffen tussen de rechtsopvolgers van kunsthandel J. Goudstikker en het Nederlands Beheersinstituut, waarbij de eerstgenoemden afstand deden van "alle rechten die zij tegen wie ook zou kunnen doen gelden, inzake schilderijen en kunstvoorwerpen en aandelen in schilderijen en kunstvoorwerpen die tussen mei 1940 en mei 1945 door Goudstikker N.V. aan Miedl N.V. zijn geleverd, ongeacht of deze inmiddels uit het buitenland zijn gerecupereerd of zich in het buitenland bevinden. Ook doet partij Goudstikker afstand van de opbrengsten die in geval van verkoop daarvoor in de plaats zijn gekomen." In verband met deze akte van dading heeft de Restitutiecommmissie geoordeeld dat er geen grond is voor teruggave. [nl]