: De vermelding van "kunsthandel Gebroeders Douwes 1930" en "kunsthandel De Motté, Parijs, ca.1934" in de RKD fotodocumentatie kan er op wijzen dat Van Welie meerdere malen heeft geprobeerd het schilderij te verkopen.
|
: Mak van Waay, S.J.
: veiling
: Amsterdam
: ICN inventariskaart; Archief SNK nr.184, 434, 864; RKD fotodocumentatie; Vlg.cat. S.J. Mak van Waay, Amsterdam, april 1936, nr.32
: Waarschijnlijk onverkocht gebleven.
: Welie, A. van
: collectie
: Den Haag
: Archief SNK nr.184, 434, 864; RKD fotodocumentatie; Vlg.cat. S.J. Mak van Waay, Amsterdam, april 1936, nr.32;
: Waarschijnlijk is het schilderij onverkocht gebleven en weer teruggekomen in de collectie van A. van Welie.
: Op het aangifteformulier wordt Oudt Holland als eigenaar genoemd, de naam Sijperda komt niet op dit formulier voor. Kunsthandel Oudt Holland zou het werk via bemiddelaar Gans hebben ontvangen. Zij noemen als vorige eigenaar A. v.d. Welie.
Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgegevens van het schilderij zijn niet sluitend. Het schilderij was van 1925 tot 1936 in bezit van kunstenaar A. van Welie te Den Haag. Het werd geveild bij M. van Waay te Amsterdam in 1936. Het is niet bekend aan wie het schilderij is verkocht. Het is niet bekend van wie, hoe, wanneer en onder welke omstandigheden kunsthandel J. Gans het schilderij in bezit heeft gekregen. In 1940 was het schilderij in bezit van kunsthandel Oudt Holland, mogelijk met kunsthandel J. Gans als tussenpersoon. Het schilderij is in september 1940 van kunsthandel Oudt Holland gekocht door H. Posse ten behoeve van het beoogde Führermuseum. Kunsthandel Oudt Holland heeft op het aangifteformulier aangegeven dat het om vrijwillige verkoop ging.