: Op het Aangifteformulier en de Witte Kaart staat vermeld dat Goudstikker/Miedl dit schilderij verkocht aan de Reichsjugendführung der N.S.D.A.P.. Uit de administratie van Goudstikker/Miedl (Archief NBI nr.867) blijkt echter dat het werd gekocht door Gritzbach.
Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgegevens van dit schilderij zijn niet sluitend. Het is onbekend waar, wanneer, van wie en onder welke omstandigheden de kunsthandel W.E. Duits dit schilderij heeft verworven. Kunsthandel Duits heeft dit schilderij vervolgens verkocht aan Kunsthandel D. Katz in Dieren, die het doorverkocht aan Kunsthandel Goudstikker/Miedl in Amsterdam. Kunsthandel Goudstikkel/Miedl verkocht dit schilderij vervolgens aan Erich Gritzbach, de assistent van Hermann Göring, via wie het bij de Reichsjugendführung der N.S.D.A.P. terecht kwam. De Restitutiecommissie heeft geen aanwijzingen gevonden van dwang bij de verkoop van schilderijen van de Kunsthandel D. Katz uit Dieren aan Kunsthandel Goudstikker/Miedl in Amsterdam in augustus 1940. Goudstikker/Miedl verkocht dit schilderij vrijwillig aan Erich Gritzbach.