: Op 26 maart 1935 werd de collectie van H.E.L.J. Kröller-Möller aan de staat geschonken ten behoeve voor het in 1939 geopende Rijksmuseum (later museum) Kröller-Möller
: Mühlmann, Dienststelle
: Den Haag
: Archief SNK nr.227, 228, 1045; Bundesarchiv Koblenz B323 nr.574; Günther Haase, Die Kunstsammlung des Reichsmarschalls Hermann Göring, Berlijn, 2000, p.71
: Posse, H.
: Linz
: Archief SNK nr.432, 861
: Göring, H.
: Berlijn
: Archief SNK nr.227; Bundesarchiv Koblenz B323 nr.574; Günther Haase, Die Kunstsammlung des Reichsmarschalls Hermann Göring, Berlijn, 2000, p.71
: Führermuseum
: museum [en]
: Linz
: Archief SNK nr.432, 861
: Dit schilderij was bestemd voor het Führermuseum te Linz, maar Göring hield het voor zichzelf. Het schilderij is dus nooit in Linz geweest.
In beheer gekomen bij het Rijk
Na 05-05-1945
Huidige restitutiestatus
Geen verzoek
Onderzoeksbevindingen
Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen geen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgegevens van dit schilderij zijn sluitend. Het schilderij was sinds 1917 eerst in bezit van de familie Kröller-Müller en vervolgens in het bezit van het Kröller-Müller Museum. Het Kröller-Müller Museum verkocht het schilderij in 1940, samen met twee andere schilderijen, aan Dienststelle Mühlmann. Het museum beschouwt vandaag de dag deze transactie niet als onvrijwillig omdat er destijds met succes is onderhandeld over o.a. de prijs.