Ovale plaquette met spiegeltje. In latere vatting van verguld zilver met
onbekend
Objectinformatie
Ovale plaquette met spiegeltje. In latere vatting van verguld zilver met
NK2969
oude kunst
plaquette
Vervaardiging
Frankrijk
onbekend
1490 - 1499
1490
1499
Fysieke kenmerken
email
10.3 cm
7.5 cm
Reconstructie van de herkomstgeschiedenis
|
: Mannheimer, F.
: collectie
: Amsterdam
: ICN inventariskaart; Archief SNK nr.288, 404, 550; Bundesarchiv Koblenz B323 nr.575; O. von Falke, Katalog der Sammlung F.M., november 1935 - maart 1936, nr.E.27
: Dit object is aangetroffen op de inventarisatielijst van Artistic & Co. Het object is dus in of voor juni 1934 verworven door F. Mannheimer uit Amsterdam.
|
: Mendelssohn & Co.
: Amsterdam
: Na het overlijden van F. Mannheimer op 9 augustus 1939 kreeg de bank Mendelssohn & Co. het object in beheer. In oktober 1941 verkocht de bank het object aan Dienststelle Mühlmann.
: Mühlmann, Dienststelle
: Den Haag
: Archief SNK nr.288, 404, 550; Bundesarchiv Koblenz B323 nr.575; R. Begeer, Verzeichnis der Restbestände der Sammlung Mannheimer, 1941, nr.420 (Em.26)
: De Dienststelle Mühlmann verwierf in oktober 1941 de collectie Mannheimer voor het beoogde Führermuseum in Linz.
: Führermuseum
: museum [en]
: Linz
: Archief SNK nr.288
In beheer gekomen bij het Rijk
Na 05-05-1945
Huidige restitutiestatus
Geen verzoek
Onderzoeksbevindingen
Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen geen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
In juni 1934 is de collectie Mannheimer zoals die op dat moment in Amsterdam aanwezig was geïnventariseerd door de firma Artistic. Dit object komt voor in deze inventarisatie. Het object bevond zich dus vóór 25 juni 1934 in de collectie van F. Mannheimer uit Amsterdam. Uit aanvullend onderzoek zijn geen nieuwe aanknopingspunten gevonden waar, wanneer, van wie of onder welke omstandigheden F. Mannheimer deze plaquette heeft verworven. Bij het overlijden van F. Mannheimer in 1939 werd zijn boedel failliet verklaard. De collectie ging over naar de bank Mendelssohn & Co die een grote vordering had op de boedel. De bank verkocht het in Nederland aanwezige deel van de collectie in oktober 1941 aan Dienststelle Mühlmann. Er zijn geen aanwijzingen dat dit onvrijwillig was.