Zilveren wijnkoeler op 4 voluutvormige pootjes met op de aanhechting een vrouwenhoofd. Ovaal, gedrukt bolvormig vat met een hoge, concaaf spreidende wand met links en recht een greep in de vorm van een vrouwenhoofd. De buitenrand met flauw gebogen voluten met in het midden van de lane zijde een rocaille.
Visch, A.
Objectinformatie
Zilveren wijnkoeler op 4 voluutvormige pootjes met op de aanhechting een vrouwenhoofd. Ovaal, gedrukt bolvormig vat met een hoge, concaaf spreidende wand met links en recht een greep in de vorm van een vrouwenhoofd. De buitenrand met flauw gebogen voluten met in het midden van de lane zijde een rocaille.
NK2982
toegepaste kunst
wijnkoeler
Vervaardiging
UTRECHT
Visch, A.
1774 - 1774
1774
1774
Fysieke kenmerken
zilver
38 cm, 33.7 cm
24.5 cm, 25 cm
53 cm, 51.7 cm
Reconstructie van de herkomstgeschiedenis
|
: Mannheimer, F.
: collectie
: Amsterdam
: Archief SNK nr.288, 428, 551; Bundesarchiv Koblenz B323 nr.575; R. Begeer, Verzeichnis der Restbestände der Sammlung Mannheimer, Wenen, 1941, nr.434
: Dit object is aangetroffen op de inventarisatielijst van Artistic & Co. Het object is dus in of voor juni 1934 verworven door F. Mannheimer uit Amsterdam.
|
: Mendelssohn & Co.
: Amsterdam
: Na het overlijden van F. Mannheimer op 9 augustus 1939 kreeg de bank Mendelssohn & Co. het object in beheer. In oktober 1941 verkocht de bank het object aan Dienststelle Mühlmann.
: De Dienststelle Mühlmann verwierf in oktober 1941 de collectie Mannheimer voor het beoogde Führermuseum in Linz.
: Führermuseum
: museum [en]
: Linz
: Archief SNK nr.288
In beheer gekomen bij het Rijk
Na 05-05-1945
Huidige restitutiestatus
Geen verzoek
Onderzoeksbevindingen
Uit het herkomstonderzoek naar de periode 1933-1945 komen geen indicaties naar voren die wijzen op mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
In juni 1934 is de collectie Mannheimer zoals die op dat moment in Amsterdam aanwezig was geïnventariseerd door de firma Artistic. Dit object komt voor in deze inventarisatie. Het object bevond zich dus vóór 25 juni 1934 in de collectie van F. Mannheimer uit Amsterdam. Uit aanvullend onderzoek zijn geen nieuwe aanknopingspunten gevonden waar, wanneer, van wie of onder welke omstandigheden F. Mannheimer dit object heeft verworven. Bij het overlijden van F. Mannheimer in augustus 1939 werd zijn boedel failliet verklaard. De collectie ging over naar de bank Mendelssohn & Co. die een grote vordering had op de boedel. De bank verkocht het in Nederland aanwezige deel van de collectie in 1941 aan Dienststelle Mühlmann. Er zijn geen aanwijzingen dat dit onvrijwillig was.