: Kunsthandel D.A. Hoogendijk had dit schilderij reeds vóór 23 april 1940 in zijn bezit, in het archief van de kunsthandel is te zien dat men het op die datum al liet restaureren.
Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomst van dit schilderij is niet sluitend. In 1940 werd het met tussenkomst van kunsthandelaar S.H de Haan, Den Haag gekocht door kunsthandel D. A Hoogendijk & Co, Amsterdam. In september 1940 verkocht kunsthandel D.A. Hoogendijk het schilderij via W.A. Hofer aan H. Göring. Vervolgens is het schilderij in 1944 in bezit gekomen van kunsthandel Goudstikker/Miedl, Amsterdam door een schilderijenruil met H. Göring. Het schilderij is in 1944 verkocht aan E. Göpel die het kocht ten behoeve van het beoogde Führermuseum in Linz. Bij deze laatste transactie was sprake van vrijwillige verkoop.