Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgegevens zijn niet geheel sluitend. In augustus 1940 heeft privéverzamelaar G.A. van Haeften het schilderij verkocht aan Kunsthandel Hoogendijk in Amsterdam. Het is niet bekend van wie, waar en wanneer hij het schilderij had verworven. Het is reeds in 1936 op een tentoonstelling gesignaleerd als bruikleen van Van Haeften. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat het schilderij tussen 1933 en 1938 in Duitsland of Oostenrijk is geweest. In oktober 1940 heeft Hoogendijk het schilderij vervolgens verkocht aan Posse ten behoeve van het Führermuseum.